Medezeggenschap
In de wet Medezeggenschap 1992 is een
medezeggenschapsraad (MR) een wettelijk verplicht onafhankelijk orgaan in de
besluitvorming over het beleid en functioneren van de school.
Via de MR hebben én personeel én ouders wettelijk voorgeschreven invloed op tal
van aangelegenheden die de school aangaan. De MR is een onafhankelijk en
zelfstandig orgaan. Dit betekent dat er door directie en bestuur geen beleid
gemaakt kan worden zonder dat dit ter advisering of instemming is voorgelegd
aan de MR.
Kenmerkend voor de MR is dat deze uit twee geledingen bestaat: het
onderwijspersoneel en de ouders. De verschillende geledingen zijn evenredig
vertegenwoordigd in de MR. Er zijn net zoveel plaatsen voor ouders als voor personeelsleden.
Bij ons op school zijn dat 4 ouderleden en 4 personeelsleden, gekozen
uit de 2 locaties. De vertegenwoordigers van de geledingen worden gekozen
door hun eigen achterban: onderwijspersoneel door onderwijspersoneel, ouders door
ouders.
Uit de wet zijn de volgende, algemene taken van de MR af te leiden:
TAKEN MR – HetDriespan
De MR is een onafhankelijk en zelfstandig orgaan met een wettelijk
voorgeschreven invloed op vrijwel alle schoolaangelegenheden. Dit betekent dat
de MR instemmings- dan wel adviesbevoegdheid heeft aangaande het door bestuur
of directie voorgestelde beleid. Zo heeft de MR instemmingsrecht in:
– de verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school;
– het schoolplan, leerplan of onderwijs- en examenregeling en het zorgplan;
– het eventuele schoolreglement;
– de schoolgids (en in het voortgezet onderwijs ook de schooltijden);
– het beleid ten aanzien van de ondersteunende werkzaamheden van ouders;
– de regels aangaande de arbeidsomstandigheden als veiligheid, gezondheid en welzijn;
– bestuursreglement en modelovereenkomst beroepsonderwijs en volwasseneneducatie;
– afwijkingen van de Wet medezeggenschap onderwijs (Wmo).
Instemmingsrecht houdt in dat het bevoegd gezag pas een besluit over deze onderwerpen mag vaststellen als de MR het met het besluit eens is.
Verder heeft de MR adviesrecht in:
– de verandering van de grondslag van de school;
– (het lesrooster voortgezet onderwijs);
– de bestemming van de middelen (met uitzondering van de ouderbijdrage);
– inkrimping, beëindiging of uitbreiding van de werkzaamheden op de school;
– een overdracht, omzetting of fusie;
– het aangaan of wijzigen van duurzame samenwerking;
– deelname aan onderwijskundige projecten of experimenten;
– het beleid ten aanzien van de organisatie van de school;
– het beleid ten aanzien van ontslag en aanstelling van het personeel, inclusief de directie;
– aanstelling en ontslag van de schoolleiding;
– de concrete taaktoedeling van de directeur en het directiestatuut;
– het beleid ten aanzien van de toelating en verwijdering van leerlingen;
– de toelating van studenten die in opleiding zijn voor een onderwijsfunctie;
– de regeling van de vakantie;
– het oprichten van een centrale dienst;
– nieuwbouw of grote verbouwing van de school;
– het beleid ten aanzien van het onderhoud van de school;
– de aansluiting bij een geschillencommissie.
Adviesrecht betekent dat het bevoegd gezag een besluit over deze onderwerpen kan vaststellen ook als de MR negatief advies uitbrengt.
Het bovenstaande betekent ook dat tot de taken van de MR behoren:
– het bevorderen van openheid, openbaarheid en overleg;
– het waken tegen discriminatie;
– het bevorderen van gelijke behandeling en inschakeling van gehandicapten enallochtonen.
In de praktijk houdt de MR zich concreet bezig met:
– de planning en control: marap;
– het formatieplan: welke uren op welke school;
– het financieel jaarverslag;
– het vakantieschema;
– de schoolgids;
– het schoolplan.
De MR bestaat uit ouders en leerkrachten. De leerkrachten worden door hun collega’s benoemd. De ouders worden gekozen.
Oproepen tot aanmelding verschijnen jaarlijks en zo nodig frequenter in de maandkrant en nieuwsbrief.
Leden nemen voor 2 jaar plaats in de MR. De termijn kan telkens met 2 jaar worden verlengd.